De afgelopen weken hebben we het gezien en gehoord: Aan de Oostzaanse identiteit wordt grote waarde gehecht, en daar mogen we samen trots op zijn. Met z’n allen hebben we duidelijk van Oostzaan een fijne plek gemaakt om te wonen.

Maar wat de Oostzaanse identiteit precies betekent voor mensen verschilt ontzettend. Er is niet een Oostzaner, we komen in allerlei verschillende maten, leeftijden, kleuren en overtuigingen. Want dat is ook Oostzaan: het grondig met elkaar oneens zijn over een aantal zaken. Het is dus niet zo gek dat we allemaal op een andere manier invulling geven aan onze Oostzaanse identiteit, verschillende dingen belangrijk vinden en uiteenlopende visies hebben voor wat het beste is voor Oostzaan en onze inwoners.

Al die mensen met al die verschillende visies, invullingen en prioriteiten zijn voor ons de puzzelstukjes die samen Oostzaan vormen. Soms in vloekende kleuren naast elkaar, soms prachtig harmonieus en elkaar aanvullend. Alle tegenstellingen en contrasten maken het plaatje interessant. En door al die contrasten lopen toch ook een aantal rode draden: kleinschaligheid, liefde voor groen en natuur, zorgen voor elkaar, een grote drang naar autonomie, onze verenigingen, goed onderwijs voor onze kinderen, nabijheid van het bestuur en een gezonde dosis eigenwijsheid en directheid. 

Helaas moeten we moeilijke keuzes maken, want we kunnen het niet allemaal krijgen. Als je kiest voor autonomie en nabijheid van bestuur, dan betalen we daar op andere vlakken een grote prijs voor. In gebrekkige voorzieningen en minimale dienstverlening. In vertragingen voor WOO (Wet Openbaarheid Bestuur) verzoeken, vergunningsaanvragen en beantwoording van raadsvragen. Maar ook in beleid dat niet uitgevoerd wordt en heel concreet in de al heel hoge gemeentebelasting die we hier betalen.



Eerder schreven we al dat wat ons betreft die nabijheid van bestuur en autonomie ook handen en voeten moeten hebben, en niet alleen op papier moeten bestaan.

GroenLinks vindt het ook belangrijk om te benoemen wie het meeste last heeft van gebrekkige voorzieningen en beperkte slagkracht van de gemeente: mensen in financiële onzekerheid en armoede, kwetsbare gezinnen en kinderen, woningzoekenden en ouderen. En dat gaat alleen maar (veel) erger worden. Dit weegt voor ons zwaar mee in onze overwegingen.

Over niet alles hebben we wat te zeggen: de bereidheid van onze buurgemeenten om bestuurlijk of ambtelijk te fuseren. En de taken die we er vanuit het Rijk bij gekregen hebben en de onvoldoende middelen die daar tegenover staan. De steeds verder toenemende complexiteit van die taken. De krapte op de arbeidsmarkt lossen we in ons eentje niet op, ook niet met alle goede wil in de wereld. We zijn natuurlijk niet de enige gemeente die in moeilijkheden is, maar omdat we zo klein zijn, komen de klappen wel extra hard aan. 

En kiezen we niet, dan lopen we het risico dat we op termijn niets meer te kiezen hebben, bijvoorbeeld omdat onze buurgemeenten hun keuze maken zonder ons, of omdat we financieel kopje onder gaan.



Dit alles betekent dat we in een ontzettend lastige spagaat zitten. Wat we ook kiezen, we verliezen op terreinen die Oostzaners belangrijk vinden. 

Een Groen Landelijke Fusie zou een manier kunnen zijn om zo veel mogelijk zaken die we met z’n allen belangrijk vinden te behouden. Maar het is nog erg onzeker of het haalbaar is, en er kleven ook reële risico’s en nadelen aan. Zo blijven we klein en financieel kwetsbaar, en de voorzieningen en dienstverlening die we dan kunnen bieden zullen waarschijnlijk nog steeds verre van optimaal zijn. Dit alles zou er mogelijk toe kunnen leiden dat de ‘kernen’ Oostzaan, Wormerland en Landsmeer met elkaar moeten concurreren voor voorzieningen. 

Is er geld voor Burgerzaken in elke gemeente of moeten we straks naar Wormerland? Kunnen alle verenigingen en initiatieven blijven bestaan als er ook in andere kernen soortgelijke verenigingen zitten?



En de meeste brandende vraag van allemaal: Kunnen we het überhaupt eens worden over een bestuurlijke vorm? Wormerland houdt vast aan zelfstandigheid en zegt keer op keer alleen een ambtelijke fusie te willen overwegen. Alle onderonsjes tussen fracties in Wormerland en Oostzaan ten spijt, de Raad van Wormerland heeft op geen enkel moment publiekelijk gezegd open te staan voor een bestuurlijke fusie. Ze weigerden zelfs mee te werken aan ons onderzoek naar dit scenario. Landsmeer wil alleen een bestuurlijke fusie. Waar blijft Oostzaan dan? Dit stemt ons niet heel optimistisch.



Fuseren met Zaandam of Amsterdam is niemand’s droomscenario. Ook dat van ons niet. Maar naast de ontzettend grote nadelen, zouden we er op een aantal vlakken wel op vooruit gaan. En we vinden dat dit ook gezegd mag worden. Wij zien het als onze taak om ervoor te zorgen dat we straks een goed geïnformeerde en zorgvuldige afweging van alle belangen, en voor en nadelen kunnen maken. Daarom moeten alle vragen gesteld kunnen worden en deze scenario’s nu verder verkend worden. De aankomende voorjaarsnota zal meer duidelijkheid brengen over hoe Oostzaan er precies voor staat en waar we de ‘pijn’ waar het college over sprak in het Raadsbericht van 13 maart gaan voelen.

Onze inwoners moeten ook in deze nieuwe fase meegenomen en geïnformeerd worden, niet alleen over het traject Bestuurlijk Toekomst, maar ook over onze financiële situatie. Hier ligt ook een duidelijke rol voor ons college. In de komende tijd moeten we kijken hoe we de inwoners kunnen betrekken bij deze fase van dit traject.

Tenslotte: Het college heeft in het traject Bestuurlijke Toekomst tot nu toe een waardevolle rol gespeeld en heeft dat op een zorgvuldige en doordachte manier gedaan. Wij hebben er vertrouwen in dat het college de volgende stappen in dit proces tot een goed einde zal brengen en heeft dan ook wat ons betreft een duidelijk mandaat.